Nu de bouw van datacenter BIT-2BCD voltooid is en ook de inrichting van de stroomvoorziening, de klimaatbeheersing en de beveiliging vrijwel afgerond is, wordt het tijd om eens wat meer te vertellen over het netwerk in BIT-2B.
Net als in BIT-1 en BIT-2A zullen we colocatieklanten in BIT-2B aan gaan sluiten op Cisco switches. Ooit, heel lang geleden toen de eerste Cisco switch in BIT-1 in gebruik genomen werd, koos men als DNS naam voor deze switches ‘rbfs’, wat een afkorting is voor ‘real big f*cking switch’. Inmiddels is die switch misschien niet heel indrukwekkend meer, maar de switch die een week geleden op BIT-2B afgeleverd werd verdient die naam toch zeker wel. Voor BIT-2B maken we namelijk gebruik van een Cisco 6509-V-E, met een hoogte van 21u een half rack in beslag nemend en daarmee echt wel ‘real big’.
Deze switch wordt via redundante verbindingen verbonden met aggregatieswitches in BIT-1 en BIT-2A. Deze aggregatieswitches zijn op hun beurt weer onderling verbonden en ook met de core routers van BIT. Deze core routers zijn vervolgens verbonden met de rest van het internet.
Door deze constructie is deze switch (net als iedere andere rbfs) voor verbindingen met de rest van het BIT-netwerk en het gehele internet niet afhankelijk van één locatie, maar kan bij problemen op één van de andere twee locaties een pad via de andere gekozen worden.
Colocatieklanten die poorten met snelheden tot 100Mbit/sec afnemen worden net als op BIT-2A aangesloten via RJ-21 connectoren. Deze stellen ons in staat om het aantal connectors op de switches zelf te beperken, omdat via iedere RJ-21 connector 12 normale RJ-45 patches aangesloten zijn. Dit voorkomt dat er rondom de switch een kabelchaos ontstaat. Ook zorgt het ervoor dat wij bij problemen met een switchblade in staat zijn om in zeer korte tijd alle aangesloten klanten over te prikken naar een andere blade.